We roeien allemaal graag in een goed onderhouden en juist afgestelde boot. Op zich is dat gemakkelijk te bereiken, namelijk leg de boot zo terug in de schuur zoals je haar zelf aan zou willen treffen, als je het ruime sop kiest. Dat betekent dus dat de boot voorzien is van tennisballen op alle riggers. Echt belangrijk! Je zit zo met de dolpen tegen de huid van een andere boot en dan heb je een kras te pakken. Ook is de boot grondig gespoeld en dan vooral de binnenkant en met name de slidings. Zout molt alles en vooral aluminium (zit helaas voor ons brakwaterroeiers in alle moderne boten) reageert erg slecht op zout.
Ondanks dat er ballen op de riggers zitten moet er voorzichtig getild worden. Wat helpt is als je voordat je de boot pakt weet wie waar gaat zitten. Dan weet je automatisch wie commando heeft. Als je moeite hebt met tillen vraag hulp en zeg waar die moet staan. Soms zie je boten naar buiten of binnen gaan met aan 1 kant 5 en de andere kant 2 mensen. Dat helpt echt niet! Is alleen maar zwaarder voor die 2. En nu ik het toch over tillen heb, help alleen als het gevraagd wordt. Het is erg onaangenaam (zie voorgaande) als er ineens aan 1 kant extra getild wordt. Een c4 bijvoorbeeld kan het beste getild worden door 4 mensen op de juiste plek en dan is assistentie het meest efficiënt aan de kont en de boeg.
Verder na het overvloedig spoelen ook van de binnenkant de handdoeken binnen hangen. De jeugd gebruikt ze om over de anti-klim stekels te leggen om zo het dak op te gaan. De buitenkraan met de kraan binnen in de loods (rechts naast de deur) afsluiten. Kraan wordt wel eens open gezet door zwemmers. Schijnen ze leuk te vinden. En deuren dicht en op slot als je vertrekt. Zeker de blauwe buitendeur Is, naar ik zelf heb ondervonden, nogal eens niet op slot.
Nou dat was ‘m wel weer.
Allemaal tot ziens op de lustrumtocht 2 juli.
Jan Louwerse