Verslag Lammetjestocht 2024

De minder romantische versie…

Alleen de naam al klonk idyllisch: Lammetjestocht. We hadden een beeld voor ogen van wollen baby’s die langs de wal van rustige slootjes dartelen en schaapachtig naar ons kijken. Rustig kauwend in het zonnetje, want er was ook nog eens 23 graden voorspeld. Het kon niet anders dan een topdag worden! Dat liep anders.

Bij Asopos de Vliet in Leiderdorp lagen twee zoetpaarse C-vieren op ons te wachten. Onze issues waren vooral beperkt tot ‘Zal ik een korte of lange broek aandoen?’ en ‘Wil jij nog meer zonnebrand?’ Wat niet in ons opkwam op deze prachtige dag en rustige plek, waren zaken als reddingsvesten, een pikhaak, hoosblik, waterdichte zak of landvast. Laat staan dat we ze meenamen in de boot. Als dames-8 team zijn we gewend aan zo’n drie wedstrijden per jaar. Het ‘echte werk’ dus. Zo’n toertocht, dat is toch gewoon ‘een beetje relaxed om je heen kijken’?

Voordat het noodlot toesloeg, werden we afgeleid door talrijke molens, echt de mooiste exemplaren. De wieken draaiden steeds harder rond. Op zich een teken, maar we zouden eerst het verste punt van ons rondje nog bereiken. Zo’n punt dat het eigenlijk niet meer uitmaakt of je teruggaat of toch de tocht maar afmaakt. Onderweg slaagden we erin bij een koffietentje aan te leggen, wat leuk spektakel opleverde voor de mensen op het terras. Weer opgeladen speurden we verder naar lammetjes. Niks te zien, nergens. Wel twee kamelen, serieus! 

Na de Dwarswatering kwam de Wijde Aa. Dat is een minder beschut stuk water, maar nog niets vergeleken met het Braassemermeer erna. Eigenlijk was dit de enige plek van die in totaal 26 kilometer waar we op deze dag géén tegenwind hadden. En meewind op een meer betekent dat je meerolt met de golven en dat die golven af en toe ook de boot inrollen; we maakten dus water. En hoe meer water we maakten, hoe dieper de boot kwam te liggen en hoe meer water erbij kwam. De situatie werd steeds penibeler, de HT sloeprace was er niets bij. Om ons heen lag het meer vol schuimkoppen en floot de wind door onze haren. De papieren zakken van de lunchpakketjes waren niet bestand tegen het water in de boot; de tomaatjes, mozzarella en verweekte pistoletjes dreven van voor naar achteren ritmisch door de boot. Plots kwam er ook nog een telefoon langs onze voeten. De bemanning gilde en gaf later toe ‘echt bang’ te zijn geweest.

Vlak voordat we ten onder gingen, bereikten we de klotsende vaart bij Oude Wetering waarna we in de luwte de boot leeg konden hozen en onze kleding konden uitwringen. Wie zei er ook alweer dat toertochten voor watjes zijn? En waar bleef die zon als je hem nodig hebt? Als lunch visten we nog wat, in plastic verpakte, paasstollen uit de boot.

Uitgelekt en na driftig beraad hebben we daarna toch de tweede helft van de tocht volbracht. Via de Ringvaart bereikten we de Kaag, waarbij de stuur verzuchtte ‘Oei, daar gaan we weer’. Gelukkig vielen de golven hier mee; we waren toch al nat. Bij de laatste etappe zorgde de tegenwind ervoor dat we onze blaren konden vervolmaken, namen de pijntjes toe en bleek ons zitvlees niet gewend aan zoveel kilometers. Opgelucht rolden we dan ook het vlot op bij terugkomst. Om het geheel af te maken woei daar ons stuurstoeltje het water in, dapper opgedoken door N.

Bij een leuk restaurant in een park in Leiden naast de kinderboerderij zagen we ons eerste lammetje: op het bord van J. Aldaar likten we onze wonden, telden de blaren (W. won met gigantische exemplaren) en dronken we ons vrolijk. En echt waar: daar werden alweer plannen gesmeed voor de volgende toertocht!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *